Bodem en ondergrond
Bordeauxwijn: bodem en ondergrond
De vlakke wijngaarden liggen op de linker- en rechteroever van de Gironde en zijn zijrivieren, de Garonne en de Dordogne. Ze liggen op zacht glooiende hellingen, nauwelijks enkele meter boven de zeespiegel.
De ondergrond is zeer verscheiden: de bovengrond is bezaaid met keien; de ondergrond is humusrijk en bevat kiezel, maar ook zand, kalk en klei vindt men in wisselende mate terug.
Op de linkeroever (Médoc) domineert kiezel in de ondergrond, terwijl op de rechteroever (Pomerol, Saint-Emilion) en tussen Garonne en Dordogne klei prominent aanwezig is.
Druivenrassen
Druiven en Bordeauxwijn BLAUW.
Cabernet Sauvignon
Eerder lage rendementen, krachtige en tanninerijke wijnen, soms wat stug in de jeugd maar met bewaarpotentieel. De druif is dominant in de Medoc en de Haut-Medoc.
Merlot
Productiever en vroeger rijp dan Cabernet, geeft rondere en alcoholrijke wijnen. Jonger op dronk maar eveneens met veel bewaarpotentieel bij lage rendementen. Deze druif is dominant op de rechteroever (Saint-Emilion en Pomerol).
Cabernet Franc
Geeft zachte, volle en fruitige wijnen, maar is zelden dominant aanwezig in een wijn.
Malbec
Minder populaire, tanninerijke druif met hoog alcoholpotentieel. Meestal gebruikt in mengwijnen.
Petit Verdot
Laatrijpende, tanninerijke druif met een kruidig aroma. Geraakt in onbruik.
In de meeste wijnen worden Cabernet Sauvignon en Merlot geassembleerd, eventueel aangevuld met 1 van de andere 3 variëteiten.
Druiven en Bordeauxwijn WIT.
Sauvignon Blanc
Staat in voor het grootste deel van de droge witte wijnen, voornamelijk Entre-deux-Mers. De druif geeft friszure, aromarijke wijnen die jong gedronken moeten worden.
Semillon
Wordt zowel voor droge als zoete wijnen gebruikt, maar is de aromatische druif bij uitstek voor de ontwikkeling van edelrot in een vochtige en warme herfst.
Muscadelle
Aromarijke druif die vaak gecombineerd wordt met Sauvignon blanc en Semillon.